Diagrammen oefenen
Diagrammen zijn een combinatie van verbaal en abstract redeneren. Je moet namelijk aangeven welke Venn diagram past bij de gegeven woorden. Dit onderdeel kom je vooral tegen bij de Q1000 en Selection Lab. Ga dus nu diagrammen oefenen met ons oefenpakket.
Geschikt voor alle diagrammen:
- Berenschot Q1000
- Eelloo Q1000
- Leeuwendaal Q1000
- Selection Lab
Wat je ontvangt in de cursus
- 30 dagen toegang
- 70+ oefenvragen met uitleg en antwoorden
- 6 oefentesten om vragen te maken
- Voorzien van video uitleg
14,99

Ook te koop als onderdeel van ons totaalpakket.
96% van onze klanten beveelt ons aan!
2.000+ oefenvragen
3.900+ oefenvragen
2.000+ oefenvragen
5.000+ oefenvragen
Diagrammen oefenen gratis
Diagrammen oefenen
Zoek de juiste diagram bij de gegeven woorden.
0 of 5 questions completed Vragen: Je hebt deze test al eerder afgerond en deze kan niet opnieuw gemaakt worden.
Quiz is aan het laden… Deze quiz is alleen beschikbaar als je bent ingelogd. Om deze quiz te kunnen maken moet je eerst de volgende test afronden:
De quiz is afgerond en je resultaten worden nu berekend. 0 van de 5 vragen goed beantwoord
Totale tijd
Je hebt de volledige tijd van de test gebruikt.
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Score: of () Welk figuur is de visuele weergave van de getoonde woorden. In relatie tot elkaar en als onderdelen van verzamelingen?
Welk figuur is de visuele weergave van de getoonde woorden. In relatie tot elkaar en als onderdelen van verzamelingen?
Welk figuur is de visuele weergave van de getoonde woorden. In relatie tot elkaar en als onderdelen van verzamelingen?
Welk figuur is de visuele weergave van de getoonde woorden. In relatie tot elkaar en als onderdelen van verzamelingen?
Welk figuur is de visuele weergave van de getoonde woorden. In relatie tot elkaar en als onderdelen van verzamelingen?
Quiz samenvatting
Informatie
Resultaten
Resultaten
Gemiddelde score
Jouw score
Categorieën
Belangrijkste tip voor diagrammen oefenen
Maak het niet te moeilijk voor jezelf. Ga niet twijfelen of een avocado nou een steenvrucht, fruit of groente is. Plaats het in een passende categorie of niet.
Wat zijn diagrammen?
Als we het over diagrammen hebben, bedoelen we eigenlijk Venn diagrammen. Je krijgt een aantal woorden te zien en vervolgens moet je het juiste Venn diagram kiezen dat erbij past. Het lastige hieraan is dat je zowel visueel sterk moet zijn als verbaal. Je moet namelijk over een goede woordenschat beschikken.
Diagrammen uitleg
Bij diagrammen krijg je telkens 3 woorden te zien. Deze woorden hebben wel of geen verband met elkaar. Eigenlijk zijn er drie opties:
- De woorden hebben helemaal geen verband met elkaar.
- Er is wel een overlap tussen de woorden.
- Het ene woord omvat het andere woord volledig.
Bovenstaande klinkt wat vaag daarom werken we het hieronder uit met een aantal voorbeelden.
Diagrammen voorbeelden
Hieronder zie je drie voorbeelden van diagrammen. Elk voorbeeld is voorzien van een afbeelding en een uitleg.
Diagrammen voorbeeld 1
Groente, aardbei en fruit.
De fruitsoort aardbei valt natuurlijk volledig in de categorie fruit. Terwijl groenten niets te maken heeft met aardbei en fruit.
Diagrammen voorbeeld 2
Groenten, peulvruchten, boontjes.
Boontjes zijn een soort peulvrucht, net zoals peulvruchten groenten zijn. Daarom omsluiten de verschillende categorieën elkaar allemaal.
Diagrammen oefenen mbo
Als je de diagrammen test moet maken, is dit meestal op de Q1000. Dan moet je de diagrammen maken op niveau midden (M) als je mbo hebt gedaan. Dat betekent dat de vragen iets makkelijker beginnen maar steeds moeilijker worden. Als je veel vragen kunt maken, zul je dus hele moeilijke diagrammen krijgen. Maar dat betekent meestal wel een goede score.
Jouw score wordt namelijk vergeleken met andere kandidaten op mbo-niveau. Dat betekent dat als het gemiddelde 50 punten is jij meer dan 50 punten moet halen om te slagen voor jouw test. Als je een adaptieve test maakt en je krijgt hele moeilijke vragen. Dan ben je altijd lekker bezig en ga je een hoge score halen.
Diagrammen oefenen hbo en wo
Het diagrammen assessment op hbo- en wo-niveau zijn hetzelfde. In beide gevallen krijg je dan de diagrammen hoog (H) test. Deze test begint makkelijk maar wordt snel heel moeilijk. Je zult steeds moeilijkere woordparen tegenkomen waarbij je de juiste Venn diagram moet zoeken.
Ook hier wordt jouw assessment score bepaald aan de hand van jouw normgroep. Als je een hbo opleiding hebt gevolgd, word je met hbo’ers vergeleken. Als je een wo studie hebt gevolgd, word je met wo’ers vergeleken. In beide gevallen moet je minstens het gemiddelde verslaan. Daarom is het belangrijk om te oefenen voor de juiste, hoge score.
Diagrammen per testontwikkelaar
Eigenlijk krijg je de assessment diagrammen maar op 1 test: de Q1000 van Eelloo. Vroeger waren dit de Meurs diagrammen, maar de naam is veranderd naar Eelloo. Je komt dit onderdeel eigenlijk niet tegen op andere testen. Daarom kun je je relatief makkelijk voorbereiden met 1 heel precies oefenpakket.
Diagrammen tips
- Beperk je tot de informatie in de tekst. Als er drie termen worden genoemd, maak het dan niet ingewikkelder dan noodzakelijk. Groenten en fruit hebben niks met elkaar te maken. Tenzij er ook nog “eten” wordt gegeven. Dan vallen ze samen onder eten.
- Zorg dat je veel oefent. Er zijn behoorlijk wat variaties op de assessment Venn diagram die we hier niet hebben laten zien. Maak daarom zoveel mogelijk vragen. Dan voorkom je verrassingen op diagrammen capaciteitentest.
Start direct met oefenen
Zorg voor een goede voorbereiding op jouw capaciteitentest.
Waarom Hellotest?
- Binnen 2 minuten starten
- 100% online leeromgeving
- Mobiel, tablet en desktop
- Training op maat
- 96% slaagt voor de test
Als je diagrammen op een assessment of capaciteitentest moet maken, zijn dat vaak Venn diagrammen. Een Venn diagram geeft visueel weer hoe bepaalde termen zich tot elkaar verhouden. Een kers is bijvoorbeeld een soort fruit maar geen groente. Dan staat er dus een cirkel (kers) in een andere cirkel (fruit).
Bij een diagrammen test moet je verbale informatie visueel weergeven. Bepaalde woorden hebben een relatie met elkaar. Zo is een krop sla bijvoorbeeld een groente. Dus dan plaats je de cirkel “krop sla” in de cirkel groente. Voor dit onderdeel moet je dus verbaal sterk zijn. Hoe groter jouw woordenschat, hoe beter je zult presteren op dit onderdeel.