Als je solliciteert naar een functie waarin je in een team moet werken of waarin je moet leiding geven aan een team, wil je toekomstige werkgever natuurlijk graag weten hoe dat je af gaat. Tijdens je sollicitatiegesprek kun je daar dan ook een vraag over verwachten, bijvoorbeeld wat je doet als iemand in je team zijn werk niet goed doet.
Waarom wordt deze vraag gesteld?
Veel werkgevers vinden het van groot belang dat jij goed in een team kan functioneren. Als ze rechtstreeks vragen of jij dat kan, zal je waarschijnlijk altijd ‘ja’ zeggen. Ze zullen dus eerder een andere vraag stellen waaruit moet blijken hoe jij functioneert en hoe betrokken jij je voelt bij je team. Als je zelf leiding moet geven aan het team, is het voor de werkgever helemaal van belang om te weten wat jij doet als een teamlid niet functioneert.
Wat moet je niet antwoorden?
Geef geen antwoord waaruit de werkgever kan opmaken dat je je niet zo betrokken voelt bij het team. Dus zeg niet iets van dat je je eigen werk zo goed mogelijk doet en dat je dat van anderen ook verwacht. Zeg ook niet dat de meeste problemen zich vanzelf oplossen, dus dat je op voorhand niet ingrijpt. Een werkgever houdt over het algemeen van proactiviteit en dit antwoord geeft daar geen blijk van.
Wat is wel een goed antwoord?
Een goed antwoord is als je met een voorbeeld uit het verleden kunt aangeven hoe jij in een dergelijke situatie handelt en wat voor (goed) resultaat daarvan dan het gevolg is.
Als leidinggevende van een team heb je natuurlijk meer mogelijkheden, maar ook meer verantwoordelijkheden om in te grijpen dan wanneer je op gelijk niveau deel uit maakt van het team als het niet-functionerende teamlid.
Als leidinggevende
Je kunt als leidinggevende bijvoorbeeld vertellen dat je eerst met het teamlid gepraat hebt om vast te stellen wat het probleem is en daarna geprobeerd hebt om het teamlid beter te laten functioneren. Dit kun je doen door hem of haar te helpen met problemen die hij of zij ondervindt of extra ondersteuning te geven op het gebied waarin hij of zij tekortschiet. Je kunt ook de werkzaamheden die hij of zij als lastig ervaart bij iemand anders neerleggen.
Als een deadline in gevaar komt doordat het teamlid niet functioneert, kun je ook de rest van het team (tijdelijk) extra werk laten verrichten om de achterstanden zo in te lopen.
Als medeteamlid
Je kunt aangeven dat als je merkt dat een medeteamlid niet voldoende functioneert, je probeert dit bij hem of haar aan te kaarten. Vervolgens kun je kijken of je hem of haar kunt ondersteunen of dat jullie werkzaamheden kunnen uitwisselen. Als de problemen op deze manier niet opgelost kunnen worden, kun je het neerleggen bij je leidinggevende. Op deze manier geef je er blijk van dat je eerst zelf kijkt wat je kunt doen, maar dat je tijdig je leidinggevende informeert.