Als je een assessment moet ondergaan vind je een persoonlijkheidstest misschien nog wel spannender dan een capaciteitstest. Het kan aanvoelen of er beoordeeld gaat worden hoe je als mens bent. Hoe kun je het beste een persoonlijkheidstest maken? Met deze tien tips voor een persoonlijkheidstest heb je een goede start.
Op een assessment kun je je voorbereiden, maar op een persoonlijkheidstest?
Een assessment zal vaak bestaan uit capaciteitstesten, praktijksimulaties en persoonlijkheidsvragenlijsten. Capaciteitstesten kun je oefenen; abstract redeneren, numeriek redeneren en verbaal redeneren kun je allemaal trainen. Het enige waar je achter moet komen, is welke test je moet ondergaan en dan kun je aan de slag. Een praktijksimulatie goed voorbereiden is al een slagje moeilijker. Je moet je goed inlezen in de soort oefening die je moet doen en wat daarbij van je verwacht kan worden. En je moet je verdiepen in het bedrijf en de branche en de eventuele problemen die er spelen. Maar wat kun je doen om een persoonlijkheidstest goed te maken?
Vragenlijsten
Bij een persoonlijkheidstest krijg je allerlei vragen voorgelegd over je eigenschappen en je gedrag. Je moet steeds uit twee of meer mogelijkheden kiezen welke stelling of welk woord het beste bij je past. Of je moet van een stelling of bepaalde eigenschap aangeven of die wel of niet van toepassing is op jou. Bij een assessment test kunnen die vragenlijsten soms erg lang zijn. Dezelfde stellingen kunnen verschillende keren langskomen, telkens in andere combinaties. Zo kun je moeten kiezen tussen ‘klantvriendelijk’ zijn en ‘perfectionistisch’ of ‘slordig’ en ‘conflicten mijdend’.
Veel kandidaten ervaren een persoonlijkheidstest als lastig. Als je én graag evenementen organiseert én graag praat, wat moet je dan invullen als je daartussen moet kiezen?
Lees onderstaande tips voor het maken van een persoonlijkheidstest.
Tip 1: Denk niet te lang na
Het beste kun je niet al te lang nadenken over je antwoord. Lastig natuurlijk om te kiezen of je nu meer accuraat of meer een teamplayer bent. Het heeft geen zin om hier lang over te blijven wikken en wegen. Als beide antwoorden bij je passen, kruis dan maar gewoon een van de twee aan. Doordat alle antwoorden in verschillende combinaties aan de orde komen, komt er aan het eind waarschijnlijk toch een goed beeld van je uit.
Tip 2: Wees eerlijk over jezelf
Een ander probleem is of je de test altijd eerlijk moet invullen. Veel kandidaten zullen de neiging hebben om niet altijd helemaal eerlijk te zijn, maar toch een iets rooskleuriger beeld van zichzelf te schetsen. Je wilt die baan natuurlijk heel graag en ‘samenwerken’ zullen ze wel belangrijk vinden. Je kruist dus graag aan dat samenwerken helemaal je ding is. Maar als je in werkelijk liever rustig alleen aan de slag gaat, is het misschien niet zo slim om hierover niet eerlijk te zijn. Geef dus een eerlijk antwoord over je eigenschappen en gedragingen.
Tip 3: Geef niet alleen maar sociaal wenselijke antwoorden
In het verlengde van het vorige punt ligt het geven van sociaal wenselijke antwoorden. Het gaat dan om gedragingen of eigenschappen die in zijn algemeenheid niet als positief worden opgevat. Als daar naar gevraagd wordt, zal je niet zo gauw durven toegeven dat die van toepassing op jou zijn.
Omdat sociaal wenselijke antwoorden geven heel menselijk is, wordt hier in de persoonlijkheidstest al rekening mee gehouden. Er zijn daarom vragen opgenomen die meten in hoeverre jij sociaal wenselijke antwoorden geeft. Dit zijn bijvoorbeeld stellingen als ‘Ik ben altijd eerlijk.’ Niemand kan hier voor honderd procent ‘ja’ op antwoorden. Aan de hand van de antwoorden op deze vragen wordt gekeken hoe jij scoort op de ‘sociaalwenselijkheidsschaal’. Deze schaal loopt van één (niet sociaal wenselijk) tot tien (zeer sociaal wenselijk). Als je hoog scoort op de sociaalwenselijkheidsschaal, dus veel sociaal wenselijke antwoorden geeft, dan zal dat van invloed zijn op de uitslag van de test. De psycholoog die de test beoordeelt, zal er dan van uit gaan dat je op de andere vragen ook niet altijd eerlijk antwoord hebt gegeven.
Tip 4: Ga uit van recente gebeurtenissen
Probeer bij het geven van de antwoorden steeds uit te gaan van je huidige situatie. Als je twijfelt tussen twee antwoorden, probeer dan een recent voorbeeld te nemen waarop de antwoorden van toepassing kunnen zijn. Bij voorkeur is dat dan een voorbeeld uit een werksituatie in de afgelopen twee jaar. Was je vroeger bijvoorbeeld erg verlegen, maar heb je dat in je huidige baan grotendeels van je afgeschud? Dan kun je nu rustig zeggen dat je doortastend, assertief of wat dan ook bent, maar in ieder geval niet meer verlegen.
Tip 5: Ga uit van positieve gebeurtenissen
Natuurlijk heb ook jij situaties meegemaakt waarvan je later het gevoel had dat je het verkeerd hebt aangepakt. Beschouw dat als een leermoment, waardoor je nu alles beter doet. Ga bij het beantwoorden van de vragen nooit uit van die negatieve gebeurtenissen, maar neem juist de dingen die goed gingen.
Tip 6: Pas je antwoorden niet later aan
Soms kun je je antwoorden niet meer aanpassen nadat je ze gegeven hebt. Maar als het wel kan: doe het niet! Blijf bij het antwoord dat als eerste in je opkwam. Twijfelen en corrigeren maakt je resultaat niet beter. Het duurt alleen maar langer voordat je klaar bent.
Tip 7: Blijf serieus en geconcentreerd
Ook al duurt de test lang, blijf de hele tijd serieus en geconcentreerd. Als je de test online in je eigen huis doet, laat je dan niet afleiden door allerlei zaken. Raffel de test naar het eind toe niet af. Dit zou een vertekend beeld van de resultaten kunnen geven.
Tip 8: Doe eventueel een oefentest
De antwoorden bij een persoonlijkheidstest zijn niet goed of fout, dus in die zin heeft het oefenen voor een persoonlijkheidstest totaal geen zin. Maar als jij je erg zenuwachtig maakt voor de test, kan het een gerust gevoel geven als je weet wat zo’n test precies inhoudt. Doe in dat geval rustig een oefentest. Je krijgt dan voorbeelden van eigenschappen en gedragingen waarnaar gevraagd wordt. Je kunt dan gelijk kijken of je je herkent in de uitslag die je krijgt.
Tip 9: Doe je voordeel met de uitslag van de test
Beschouw een persoonlijkheidstest als een handig middel om meer over jezelf te weten te komen.
De uitslag van de test kan niet zijn dat je een goede of een slechte persoonlijkheid hebt. Er zijn namelijk geen goede of slechte antwoorden mogelijk. Misschien komt het beeld dat door de test wordt geschetst overeen met wat je al over jezelf dacht. Het kan ook zijn dat de uitslag een beetje als verrassing komt en dat je jezelf er totaal niet in herkent. Denk dan eens goed na over de antwoorden die je gegeven hebt. Heb je waarheidsgetrouw geantwoord? Praat ook eens met vrienden, familieleden of collega’s over de uitslag. Misschien kijken zij anders tegen je aan dan dat jij dacht. Altijd goed om te weten. Doe er je voordeel mee!
Tip 10: Relativeer de uitslag als je wordt afgewezen
De uitslag van de persoonlijkheidstest zal je gewoonlijk tegelijk met de uitslag van de rest van het assessment krijgen. De persoonlijkheidstest bepaalt dus niet alleen of je wel of niet geschikt wordt bevonden voor een bepaalde functie. Het kan wel zo zijn dat de persoonlijkheidstest uiteindelijk de doorslag geeft. Zeker als er meer kandidaten tegelijk getest worden en ze op de capaciteitstesten ongeveer gelijk scoren.
Bedenk wel dat als jij op grond van de persoonlijkheidstest wordt afgewezen, dat niet zegt dat jij nergens geschikt voor bent. Het zegt alleen dat de gevonden competenties volgens de werkgever niet bij het functieprofiel passen.
